zondag 11 juli 2010

Nog steeds speelt de gemeente Eindhoven een schandelijk en gevaarlijk spel met Sytze van der V. Ik schreef daar vorig jaar al een artikel over in De Gelderlander dat nog niets aan actualiteit heeft ingeboet:
http://www.gelderlander.nl/algemeen/discussie/5754110/Willekeur-bestuurders-moet-onafhankelijke-rechtspraak-niet-in-de-weg-zitten.ece

zondag 20 juli 2008

Vervolgverhaal

Een pak slaag.

Hij stapte bijna met tegenzin naar buiten. De deur sloeg achter hem dicht als een kluis. Een taxichauffeur hielp een jonge vrouw met een kindje uitstappen, pakte een buggy uit de kofferbak, klapte hem uit, bromde een groet, keek gehaast rond en stapte in. Langzaam reed de taxi weg. De vrouw worstelde met het kind op haar arm, een tas aan haar andere arm. Het kind begon te schreeuwen toen het half naast, half in de buggy terechtkwam. Verder was er weinig beweging in de nabijheid. Een auto en twee fietsen reden voorbij op de weg. In de verte was er druk verkeer op een brug over de rivier.
De eerste keer dat hij in vrijheid werd gesteld – de bewaarder die hem naar buiten had begeleid had die wat formele woorden gebruikt, en: ‘zorg nou dat je hier nooit meer terug komt, jongen’ had hij gezegd – had zijn moeder hem opgewacht. Ze had hem in de afgelopen weken niet opgezocht maar een paar dagen geleden geschreven dat ze hem weer zou komen halen. Ze zat in haar auto op de parkeerplaats, vlak tegenover de ingang. Hij zag de rook van haar sigaret uit het raampje recht naar boven stijgen in de ijskoude vrieslucht. Hij wist niet of zij hem had opgemerkt, maar toen hij naar haar auto liep stapte ze uit, liep om de auto heen, opende de kofferbak en hield toen het portier voor hem open. Het gebaar was hoffelijk en tegelijkertijd voelde hij een afstandelijkheid die hem een koude rilling bezorgde. Hij gaf haar een vluchtige zoen op de wang, gooide zijn weekendtas achterin en stapte naast haar voor in de auto.
´Dag mam´, zei hij.
´Terug in de echte wereld´. Ze sprak nu eindelijk, terwijl ze hem voor het eerst vluchtig aankeek. Ze nam een laatste trek aan haar sigaret en maakte een heftige beweging met haar hand, waardoor de brandende peuk tussen haar benen op de zitting van haar stoel viel en daar een lelijke schroeiplek maakte.
´Dat kan er ook nog wel bij´, zei ze.
´Waarbij?´
´Bij jou.´
Hij haalde zijn schouders op. ´We zijn weer thuis´, mompelde hij.
Na de zomer was hij niet meer terug gegaan naar zijn kamer in Groningen waar hij aan het tweede jaar van zijn studie had kunnen beginnen. Het was allemaal anders gelopen. Aangehouden op zijn vakantiewerk vanwege wat hij zelf toen nog noemde ´creatief omgaan met de kas´, verhoren op het politiebureau waarbij nog wat zaken op tafel kwamen die hij al bijna was vergeten. Uiteindelijk een veroordeling tot vier weken onvoorwaardelijk, wat hij een ongehoord zware straf vond. Maar de rechter had volgens zijn advocaat rekening gehouden met een eerdere werkstraf waar hij met tegenzin aan was begonnen en die hij met de grootste moeite toch net niet had afgerond. Sinds zijn eindexamen VWO was hij niet veel opgeschoten met zijn leven.
´Wat was je van plan te gaan doen, mam? Ik zou thuis wel weer eens even rustig willen douchen. En behoorlijk eten natuurlijk´
´Naar huis? Je vader ziet je aankomen´ zei ze, ´je weet hoe hij is. Nee, ik ga je bij de reclassering brengen, die moeten je maar eens helpen zelfstandig te worden. Wij zijn nu wel aan de grenzen van onze mogelijkheden gekomen.´
Eigenlijk, dacht hij, wist hij helemaal niet hoe zijn vader was of hoe die over hem dacht. De laatste aanraking van zijn vader, herinnerde hij zich, was een pak slaag geweest toen hij een jaar of 12 was. Zijn vader had hem toen betrapt bij het roken van een sigaret, gejat uit het pakje van zijn moeder, zoals hij al zo vaak had gedaan, maar wat hij goed verborgen had weten te houden door het niet te vaak te doen, na het roken zijn tanden goed te poetsen en zijn gezicht en handen goed te wassen.
(wordt vervolgd)